Wervingscampagne Thomas More – ‘Nu is het aan ons’
Ik heb een haat-liefdeverhouding met pitchdossiers. Eerst het toffe deel: je begint met een wit blad en alles is mogelijk. Je werkt meerdere ruwe pistes uit die alle kanten opgaan binnen het kader van de briefing en strategie. Je krijgt de kans om te tonen wat je kunt. Wat ook moet, want de competitie is stevig. Je haalt alles uit de kast om te winnen, wat me tot het minder toffe deel brengt: een pitch laat je niet los tot het dossier is ingediend.
Je gaat ermee slapen en staat ermee op. Dat wringt met je andere verplichtingen als freelancer, vader en echtgenoot. Bovendien is het proces om tot een creatie te komen waar iedereen – van accounts tot strategen en creatieven – achter staat, vaak een rollercoaster die eindeloos lijkt te duren. Het betekent vloeken omdat het na de zoveelste review nog net niet goed genoeg is. Foeteren omdat je je deo vergeten bent om dat stresszweet weg te rollen.
Maar het is het waard. Als ik er telkens op terugkijk, herinner ik me vooral het plezier van creëren. De kick om een campagne-idee tot leven te zien komen. En het teamwerk waarmee je meer bereikt dan je alleen zou kunnen.
Thomas More was zo’n campagne. We (Bubka) hadden de pitch gewonnen tegen kleppers van agentschappen. En dit is het resultaat.
Wat je ziet: indringende portretten van jongeren die de status quo spuugzat zijn. Ze willen het anders, duurzamer en beter aanpakken dan de huidige beleidsmakers. Thomas More laat hen aan het woord. ‘Nu is het aan ons’, zeggen ze, met een vastberaden blik op de toekomst.
De portetten worden geflankeerd door cirkelredeneringen die duidelijk maken dat jongeren de status quo, waarin we vast lijken te zitten, willen breken. Of het nu gaat over betaalbaar wonen, mentale gezondheid, migratie of de klimaatopwarming. Ja, ik heb gezwoegd op die redeneringen, maar dit is het soort opdracht waarvoor ik mij graag in het zweet werk. Liefst met een deo binnen handbereik.
In opdracht van Bubka.